Arjen Banach: ‘We willen ons werk kunnen uitvinden’

In zijn speech en presentatie vraagt Banach zich hardop af wat er nodig is voor optimale menselijke prestaties. ‘Zulke prestaties ontstaan door energie. Dus de vraag is: welke werkomgeving zorgt voor energie?’ Bepalend zijn volgens hem de vier V’s: Veerkracht bezitten, Van waarde zijn, en Vooruitgang en Verbinding ervaren.

Lef en lol hebben

Veerkracht is een kwestie van lef en lol hebben, constateert Banach. ‘Een bekende uitspraak is: “als je doet wat je altijd deed, krijg je wat je altijd krijgt.” Maar dat klopt niet: je krijgt iedere dag een beetje minder. Je moet durven vernieuwen, en dat begint met anders denken.’ Voor de creativiteit die daarvoor nodig is, heeft hij een formule. ‘Vermenigvuldig het aantal vragen met het aantal keren dat er is gelachen. Dan weet je hoe dicht je samen bij de optimale score komt.’

Gootsteenontstopper

‘Wat is jouw mentale fooi?’ vraagt Banach het publiek in de zaal als het gaat over Van Waarde zijn. Hij is kritisch over hoe we onze werktijd besteden. ‘We halen mailen en werken door elkaar. En we vergaderen te veel. We moeten vergaderen leren zien als gootsteenontstopper: het laatste redmiddel om een oplossing te realiseren.’ Ook op het punt van Vooruitgang ervaren valt veel te verbeteren. Banach ziet in de praktijk veel zeemeeuwmanagement: ‘Met veel lawaai komen aanvliegen, de boel onderschijten en met de noorderzon vertrekken.’ Verandering is volgens hem maar beperkt te managen en te sturen. De grootste winst zit bij durven loslaten en experimenteren.

Zombie Zone versus Leer Zone

Daarmee komt Banach uit bij Verbinding. Hij schotelt de zaal een matrix voor. Wat is het verband tussen de aandacht en werkdruk die mensen in een organisatie ervaren en de ruimte voor persoonlijke ontwikkeling? ‘Dat te weinig aandacht en te veel werkdruk niet goed zijn, kan iedereen bedenken. Maar te veel aandacht en te weinig werkdruk zijn ook niet goed, mensen komen een soort Zombie Zone. Onze Leer Zone ligt bij relatief hoge werkdruk en veel aandacht. Er moet voldoende steun én voldoende uitdaging zijn. Want mensen willen hun werk niet alleen maar uitvoeren. Ze willen het ook uitvinden.’