skip to main content
  • Home
  • Nieuws
  • Krapte en lastig bereikbare deelnemers in de schoonmaaksector

De schoonmaaksector heeft roerige jaren achter de rug. Door corona kwamen schoonmakers van vliegvelden en evenementenlocaties thuis te zitten, terwijl in ziekenhuizen juist overuren werden gedraaid. Nu is er enorme krapte op de arbeidsmarkt. RAS, de Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche, stimuleert werkgevers om ook in onrustige tijden te investeren in duurzame inzetbaarheid. ‘We willen de schoonmakers op de werkvloer echt verder helpen.’

Ellen Dekkers, directeur bij RAS, neemt ons bijna twee jaar mee terug in de tijd. ‘Begin 2021 zaten we midden in de coronapandemie. De werknemersaantallen in de sector waren enorm teruggelopen; van 128.000 in 2019 tot 118.000 begin 2021. Tegelijk was de loonsom wel fors toegenomen. Het aantal uren van mensen die werken is fors verhoogd. Dat betekent een zwaardere belasting. En dus het uitgelezen moment voor ons om een activiteitenplan op te stellen rond duurzame inzetbaarheid.’ ‘Wij hebben zelf veel data over onze sector’, vult senior beleidsadviseur Lilian Willekers aan. ‘Maar met kale data kun je eigenlijk niets. Terwijl de juiste percentages wel cruciaal zijn. We hebben daarom in 2021 SPDI ingeschakeld om in een sectoranalyse de slag te maken van data naar informatie. Dat is een heel waardevol document. We gebruiken de sectoranalyse veel vaker dan we vooraf hadden verwacht.’

Van overschot naar krapte

Op basis van die sectoranalyse heeft RAS twee activiteitenplannen opgesteld. ‘Het eerste activiteitenplan liep van juni 2021 tot begin februari 2022, het tweede loopt van februari 2022 tot februari 2024’, vertelt Lilian. ‘In juni 2021 was er nog een personeelsoverschot. We waren druk bezig in het mobiliteitscentrum om alle ontslagen mensen herplaatst te krijgen. Toen de maatschappij weer openging, was er ineens krapte op de arbeidsmarkt. Die draagt eraan bij dat vooral onze activiteiten voor schoonmakers zélf nog niet stormlopen. Werkgevers zeggen dan: “We zitten met krapte, als ik schoonmakers 3 uur van de vloer haal, wie gaat er dan schoonmaken?” Er is goede wil, maar uiteindelijk gaat het dagelijkse werk voor. Dankzij SPDI weten we dat dit in heel veel sectoren speelt.’

Ergonomie en gevaarlijke stoffen

Veel van de risico’s voor duurzame inzetbaarheid in de sector waren al bekend bij RAS, aldus Ellen. ‘Omgang met gevaarlijke stoffen blijft een aandachtspunt. Net als ergonomie. Schoonmaak is een zwaar beroep, en veel mensen hebben klachten aan hun fysieke gestel. Medewerkers weten vaak wel hoe ze ergonomisch goed moeten schoonmaken, maar door werkdruk of andere factoren doen ze het toch anders dan dat ze het hebben geleerd. De werkelijkheid is weerbarstig.’

Eigen regie versterken

Naar aanleiding van de sectoranalyse heeft RAS extra activiteiten ingezet op eigen regie. ‘We wisten wel al dat de eigen regie van mensen in onze sector vaak laag is’, vertelt Lilian. ‘Dit kwam ook heel sterk uit de sectoranalyse naar voren. Wij hebben daarom een eigen onderzoek uitgevoerd naar eigen regie en manieren om dat te vergroten. Dit heeft geleid tot de mogelijke inzet van consulenten duurzame inzetbaarheid. Die leveren aan de werkgever een plan voor duurzame inzetbaarheid en aan de werknemer een individueel maatwerkadvies. We krijgen individuele werknemers bijzonder moeilijk te pakken. De inzet van consulenten is ingericht als bedrijfsactiviteit, waar iedereen onder werktijd aan mee mag doen. We hopen dat dit de drempel om mee te doen verlaagt en de eigen regie gaat versterken.’

Actuele percentages

Begin 2023 voert SPDI voor RAS een actualisatie van de sectoranalyse uit. Ellen: ‘De wereld ziet er heel anders uit dan begin 2021. Juist omdat we de sectoranalyse zo vaak gebruiken, vinden we het belangrijk om over actuele percentages te beschikken. We spreken zelf veel mensen, dus hebben vaak een goed idee van wat er speelt in de sector. Dankzij de sectoranalyse hebben we daar een cijfermatige onderbouwing bij. Met de actualisatie kunnen we onze activiteiten nog beter laten aansluiten bij de uitdagingen van onze sector.’