skip to main content
  • Home
  • Nieuws
  • Waardevolle loopbaan- en veranderinzichten bij KCB

‘In stormachtige tijden moet je elkaar goed vasthouden’

Corona, het klimaat, stikstofproblemen, inflatie, hoge energieprijzen: anno 2022 leveren de talloze crises voor veel werkgevers en werknemers een instabiele situatie op. Hoe voorkom je dat zulke onzekerheid duurzame inzetbaarheid ondergraaft? Dit vraagstuk is een mooie aanleiding om inzichten op te halen bij Kwaliteits-Controle-Bureau (KCB). Dit zelfstandig bestuursorgaan heeft door specifieke sectoromstandigheden al langer ervaring met instabiliteit en veranderopgaven.

Naast het bureau van Liesbeth Kooijman, algemeen directeur van KCB, staat een kapstok vol labels. Elk label staat voor een thema dat binnen de organisatie in beweging is. Het hulpmiddel om alle ontwikkelingen scherp in het oog te houden is bepaald geen overbodige luxe. ‘Ja, er hangt veel aan,’ knikt ze. ‘We staan voor grote veranderopgaven.’ Dat dit al langere tijd zo is, maakt de ervaringen van KCB interessant voor andere bedrijven en instellingen. De voorbije periode zijn hier waardevolle inzichten opgedaan over wat onzekerheid doet met mensen en hun duurzame inzetbaarheid. En vooral ook wat werkgever en werknemer kunnen doen om deze te bevorderen. Welke randvoorwaarden ze in het oog moeten houden. En welke valkuilen ze moeten zien te vermijden.

Waarom KCB al langer met onzekerheid en verandering wordt geconfronteerd

  • KCB inspecteert verse groenten en fruit, snijbloemen en potplanten. Veel werk vindt plaats in het kader van import en export en wordt sterk beïnvloed door internationale ontwikkelingen.
  • Goed voorbeeld is de sinds 2016 spelende Brexit. Deze dwong eerst tot grote inzet op werving, maar na een lang (en nog steeds niet afgerond) uittredingsproces is in 2022 een beperkt aantal banen door onzekerheid over de toekomst helaas weer komen te vervallen.
  • Hier kwamen nog de ontwikkelingen bij waar ook andere organisaties mee kampen, zoals corona, het klimaat, stikstof, inflatie en hoge energieprijzen.
  • Ook het inspectiewerk zelf is in beweging. De focus verschuift naar standaardisatie en controle van de volledige productieketen; controles moeten aansluiten op steeds strakkere processen.
  • Dit alles leidt tot uitdagingen op het gebied van leren, opleiden en loopbaan, gezondheid en de organisatie van werk. Om deze aan te gaan, zijn ook goede arbeidsverhoudingen cruciaal.

Draagvlak voor noodzakelijke verandering

In reactie op de vele uitdagingen voor KCB lieten vertegenwoordigers van werkgever en werknemers SPDI in 2021 een onderzoek uitvoeren. Doel was om tot een routekaart duurzame inzetbaarheid te komen. Het project vloeide voort uit een cao-afspraak en werd ondersteund door een subsidie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De uitkomsten vormden vooral een bevestiging dat de organisatie met de juiste onderwerpen bezig is, zegt Kooijman. ‘Het onderzoek heeft onderstreept dat leren, opleiden en loopbaan, gezondheid, de organisatie van het werk en de onderlinge verhoudingen de relevante thema’s zijn. Dit heeft het draagvlak voor noodzakelijke verandering verder vergroot.’ De lijnen waarlangs dat moet gebeuren zijn concreter geworden, vult HR-Businesspartner Krysia Kruszel aan. ‘We weten wat voor huis we samen aan het bouwen zijn en waarover management en medewerkers met elkaar moeten communiceren.’

Verbinding als cruciale opdracht

Een belangrijke bevinding was dat het bij verandering en onzekerheid cruciaal is om de verbinding te zoeken. ‘Hiermee hebben we jullie opgezadeld met een pittige opdracht,’ vindt Bram de Klerck. Als een van de bij het onderzoek betrokken SPDI-adviseurs is hij een jaar later benieuwd of het lukt om gedeeld eigenaarschap te realiseren. ‘In organisaties met een hoofdkantoor en regionale vestigingen ontstaat gemakkelijk wederzijds gemopper. Dat doorbreek je niet zomaar.’ Er is absoluut iets op gang gekomen, zegt Kruszel. ‘De een haakt gemakkelijker aan dan de ander, maar je ziet en hoort merkbare verandering.’ Dit proces speelt zich onder meer af in de rayons en in klankbord- en overleggroepen die KCB instelde, zegt Kooijman. ‘Verbinding is ook: als medewerkers meedenken en verantwoordelijkheid nemen voor de ingeslagen route als het doel nog niet is bereikt. Een medewerker in een werkgroep stelde laatst dat je dan soms moet accepteren dat iets nog niet is uitgekristalliseerd. Dat is precies waar het om gaat.’

Transparant durven zijn

Dit geldt trouwens ook voor de werkgever, zegt ze. ‘Je moet durven experimenteren. We hebben bijvoorbeeld meegewerkt aan een voorstel van medewerkers die een sponsorrun wilden organiseren om fitheid onder de collega’s te stimuleren. Zo’n initiatief moet je belonen, ook al weet je vooraf niet precies waar het toe leidt.’ Daarnaast moet je als organisatie transparant durven te zijn, zegt Kruszel. ‘In de huidige krappe arbeidsmarkt hebben medewerkers veel ruimte om hun geluk elders te beproeven. Toch hebben wij bewust binnen de organisatie gedeeld dat er in de sectoren signalen zijn dat het werk in omvang kan afnemen. Het is belangrijk om in gesprek te zijn over de onzekerheid die dit oplevert. We hebben inmiddels de ervaring dat de reacties op een onzekere situatie sterk uiteenlopen. Een heel kleine groep gaat actief op zoek naar meer zekerheid bij een andere werkgever, maar de meeste collega’s accepteren dat onzekerheid er in ons werk bij hoort. En iedereen waardeert de openheid.’

Integrale visie is waardevol

‘In stormachtige tijden moet je elkaar goed vasthouden,’ vat De Klerck de sleutelrol van goede arbeidsverhoudingen bij de overige duurzame inzetbaarheidsthema’s samen. Het is een cruciaal inzicht dat Kruszel en Kooijman volledig kunnen onderschrijven, en dat volgens hen mede te danken is aan de brede insteek die SPDI hanteert. ‘Die integrale visie op duurzame inzetbaarheid is belangrijk en waardevol,’ zegt Kruszel. ‘Hij voorkomt een aanpak waarbij je met een accentje hier en een accentje daar uiteindelijk te weinig resultaat boekt.’ De focus van SPDI op samenwerking tussen werkgever en werknemers sluit hier goed bij aan, haakt Kooijman in. ‘Naarmate er meer aan de kapstok hangt, is het belangrijker om er samen voor te zorgen dat er niets vanaf valt.’