Werknemers kunnen hun wensen het beste eerst bespreken met hun leidinggevende of een HR-medewerker. Leidt dit bij meerdere werknemers niet tot een bevredigend vervolg, dan kan de OR wellicht in een gesprek met de bestuurder wijzen op de behoefte aan RVU onder het personeel. Individuele werknemers kunnen daarnaast contact opnemen met hun vakbond voor advies en ondersteuning.
Werknemers en hun vertegenwoordigers of belangenbehartigers staan sterk als een recht op eerder uittreden in de cao is opgenomen. Want in dat geval hoort de werkgever natuurlijk gewoon mee te werken aan verzoeken van werknemers die voldoen aan de voorwaarden om aan deze regeling deel te nemen. Dit is desnoods af te dwingen via de rechter.
Is er geen sprake van een cao-recht op eerder uittreden, dan hoeft de werkgever niet mee te werken aan verzoek. In dat geval kunnen de genoemde partijen wellicht wel helpen om de werkgever te overtuigen. Bijvoorbeeld door te wijzen op de financiële voorzieningen op sectorniveau en op de voordelen die eerder uittreden voor de werkgever kan hebben. Deze hebben werkgevers lang niet altijd volledig in beeld.